Als ouder wil je natuurlijk het beste voor je kind. Maar wat hebben jonge kinderen nu echt nodig om zich veilig, geliefd en gestimuleerd te voelen? Als je naar de kern van het Montessori-principe kijkt, ontdek je dat het draait om vertrouwen, vrijheid en een omgeving die kinderen in staat stelt om zelfstandig te leren en te groeien. Geen overvloed aan speelgoed of schema’s, maar vertrouwen in hun capaciteiten, liefdevolle begeleiding en een gestructureerde omgeving.

In dit artikel verkennen we wat jonge kinderen écht nodig hebben volgens het Montessori-principe: vertrouwen, zelfstandigheid, veiligheid, voorspelbaarheid en vrijheid om te ontdekken op hun eigen tempo. En het mooiste? Je kunt dit allemaal eenvoudig toepassen in je dagelijkse leven, zonder dure spullen of ingewikkelde programma’s. Het draait om het creëren van een omgeving waar je kind zich geliefd en ondersteund voelt, en de ruimte krijgt om zelf te ontdekken.

1. Vertrouwen: Geloof in hun kunnen

Het Montessori-principe begint met vertrouwen. Kinderen hebben het vertrouwen van hun ouders nodig om te groeien en te bloeien. Dit betekent dat je hen de kans geeft om dingen zelf te proberen, ook al kost dat tijd en geduld.

Hoe geef je je kind het vertrouwen dat ze het zelf kunnen?

Laat ze meedoen met dagelijkse taken: Kinderen willen graag deelnemen aan wat volwassenen doen. Of het nu gaat om het sorteren van was, het vegen van de vloer of het schillen van een banaan, geef je kind de ruimte om deze dingen op hun niveau te proberen. Je zult versteld staan van hoeveel ze kunnen!

Geen haast, geen stress: Kinderen leren op hun eigen tempo. Geef hen de tijd om dingen te proberen zonder druk of haast. Of het nu gaat om zelf eten met een lepel, een puzzel maken of hun jas aantrekken, geef ze het vertrouwen dat ze het uiteindelijk kunnen leren.

Tips voor ouders:

– Geef kleine taken die bij hun leeftijd passen, zoals het dragen van een bord naar tafel of helpen bij het planten water geven.
– Moedig pogingen aan, zelfs als ze niet perfect zijn. Complimenteer hun inspanningen, niet de resultaten.

2. Vrijheid om te ontdekken

Montessori draait om de vrijheid voor kinderen om de wereld op hun eigen tempo te ontdekken. Dit betekent niet dat kinderen alles mogen doen wat ze willen, maar dat ze binnen een gestructureerde en veilige omgeving de ruimte krijgen om hun nieuwsgierigheid te volgen.

Hoe geef je je kind de vrijheid om te ontdekken?

Maak de omgeving toegankelijk: Creëer een ruimte waarin je kind zelf dingen kan pakken, ontdekken en verkennen. Dit kan betekenen dat je lage planken hebt met speelgoed dat ze zelf kunnen pakken, of een keukenkastje dat ze veilig kunnen openen.

Kies speelgoed dat uitdaagt, maar niet frustreert: Montessori-speelgoed is simpel, maar veelzijdig. Denk aan houten blokken, stapelringen of sorteerbakjes. Dit soort speelgoed helpt je kind om oorzaak en gevolg te ontdekken, zonder te veel afleiding of overprikkeling.

Praktische tips:

– Houd het simpel: leg niet al het speelgoed in één keer neer, maar wissel het regelmatig af zodat je kind zich op een paar dingen tegelijk kan focussen.
– Laat je kind vrij experimenteren met speelgoed, zonder dat jij steeds de ‘juiste’ manier laat zien. Zo kunnen ze hun creativiteit de vrije loop laten.

3. Begrip voor hun capaciteiten

Het is belangrijk om te begrijpen dat kinderen op hun eigen unieke tempo leren en groeien. Je moet hun mogelijkheden respecteren en hen activiteiten aanbieden die passen bij hun ontwikkelingsfase, maar ook genoeg uitdaging bieden.

Hoe stimuleer je je kind op het juiste niveau?

Observatie is essentieel: Kijk goed naar je kind en observeer wat ze al kunnen en waar ze naar op zoek zijn. Een baby die op zijn buik ligt te trappelen, is misschien klaar om te rollen. Een peuter die naar zijn schoenen grijpt, wil misschien proberen deze zelf aan te doen. Geef hen de kans om dit ook te doen.

Bied uitdagingen aan zonder frustratie: Kinderen moeten uitgedaagd worden, maar niet overrompeld raken. Dit betekent dat je activiteiten aanbiedt die hen stimuleren, maar niet te moeilijk zijn. Een kind dat net begint te lopen, kan je bijvoorbeeld vragen om een klein object te dragen terwijl ze lopen.

 Tips:

– Leer herkennen wanneer je kind klaar is voor een nieuwe uitdaging door simpelweg te observeren. Push niet, maar bied de gelegenheid aan.
– Probeer activiteiten stapsgewijs aan te bieden: van gemakkelijk naar uitdagender. Dit kan bijvoorbeeld door speelgoed dat in stappen gebruikt kan worden, zoals stapeltorens of puzzels, aan te bieden.

4. Zelfstandigheid: “Leer het me zelf te doen”

Zelfstandigheid is een kernprincipe van Montessori. Kinderen willen dingen zelf doen en Montessori moedigt ons aan om hen de tools en ruimte te geven om dat te doen. Dit betekent dat je je kind niet altijd hoeft te helpen, maar hen juist aanmoedigt om zelf oplossingen te vinden.

Hoe help je je kind om zelfstandiger te worden?

Bied hulpmiddelen aan die passen bij hun grootte en capaciteiten: Zorg voor een lage tafel en stoelen waarop je kind zelfstandig kan zitten. Gebruik bestek en borden die ze makkelijk kunnen hanteren. Zelfs het schoonmaken wordt leuk als ze hun eigen kleine bezempje hebben.

Betrek je kind bij het huishouden: Activiteiten zoals het dekken van de tafel, het inladen van de vaatwasser of hun eigen jas ophangen, geven kinderen het gevoel dat ze bijdragen en zelfredzaam zijn.

Voorbeelden van zelfstandige taken:

– Geef je kind een kleine mand om hun eigen speelgoed in op te ruimen.
– Laat je kind meehelpen met het bereiden van eenvoudige snacks, zoals het zelf pellen van een banaan of het inschenken van water.

In het blogartikel: “12 Montessori activiteiten voor je peuter” kan je nog wat ideetjes vinden.

5. Veilige hechting en liefdevolle begeleiding

Zelfstandigheid betekent niet dat je je kind aan hun lot overlaat. Integendeel, kinderen hebben een veilige basis nodig van waaruit ze de wereld kunnen ontdekken. Een liefdevolle, veilige hechting is essentieel om kinderen het vertrouwen te geven dat ze nieuwe dingen kunnen proberen.

Hoe zorg je voor veilige hechting?

Aandacht voor je kindje en gepast reageren is cruciaal: Reageer op de signalen van je kind, vooral wanneer ze je nodig hebben voor troost of veiligheid. Dit creëert vertrouwen en een gevoel van geborgenheid.

Bevestiging op een positieve manier: Geef je kind de erkenning die ze nodig hebben door te laten zien dat je trots bent op hun inspanningen, groot of klein.

Tips voor veilige hechting:

– Draag je kindje als hij/zij klein is regelmatig, gebruik bijvoorbeeld een draagdoek, zodat ze jouw nabijheid voelen terwijl ze de wereld ontdekken. Luister hierbij ook naar je kindje. Merk je dat hij of zij het niet meer zo fijn vindt en liever zelf op ontdekking wil, geef hen dan ook die kans.

– Zorg voor veel oogcontact en lichamelijk contact, zoals knuffels en kusjes. Dit versterkt de emotionele band en geeft hen een gevoel van veiligheid.

– Luister naar de signalen van je kind. Als je kind je nodig heeft, doe het niet zomaar af als “aandachtzoekerij”. Zelfs als je kind aandacht zou willen zit daar een nood onder, zoals willen gezien of gehoord worden. Zorg dat jij degene bent die hen ook het gevoel geeft dat ze écht gezien of gehoord worden.

– Heeft je kindje troost of steun nodig, geef dat dan ook!

6. Voorspelbaarheid en routine: Structuur in de dag

Kinderen gedijen op voorspelbaarheid. Een gestructureerde dag geeft hen de houvast die ze nodig hebben om zich veilig en geborgen te voelen. Dit betekent niet dat je een strak schema moet volgen, maar wel dat bepaalde routines dagelijks terugkomen.

Waarom is voorspelbaarheid zo belangrijk?

Rust in de chaos: Een vaste structuur zorgt voor minder verrassingen en geeft je kind een gevoel van controle over hun omgeving. Dit helpt vooral tijdens overgangen, zoals van spelen naar slapen of van eten naar een dutje.

Orde schept duidelijkheid: Orde in hun omgeving helpt kinderen om te begrijpen waar dingen zijn en wat hun functie is. Dit geeft hen rust en ruimte om te ontdekken. We hebben dit bij Henry heel duidelijk gemerkt toen hij opeens z’n boekjes zelf op het schap ging terugleggen. We hebben dit niet aangeleerd of gevraagd, maar die nood naar structuur en orde komt wel duidelijk naar voren.

Tips voor structuur en routine (zelfs voor een AD(H)D brein…):

– Creëer een vast bedtijdritueel, zoals een verhaaltje, white noise, pyjama aan en een slaapliedje. Dit helpt je kind te begrijpen dat het tijd is om te gaan slapen.
– Zorg voor een georganiseerde speelruimte waar alles een vaste plek heeft. Dit helpt kinderen te begrijpen waar ze speelgoed kunnen vinden en waar het terug moet.

– Maak voor je kindje (en jezelf) een visuele voorstelling van de routines. Zo krijg je zelf een visuele reminder, kan je kindje de routine makkelijker mee volgen en heb jij minder kans dat je iets vergeet. Hieronder kan je een voorbeeld van onze “vertrek”-routine voor Henry vinden. Op de derde tekening zie je ook wat er zeker allemaal in z’n zak moet zodat ik daarbij niets vergeet. Handig als je zelf makkelijk vertrekt en de helft nog thuis ligt… 

7. Uitdaging en ontdekking: Een omgeving die prikkelt

Kinderen hebben een omgeving nodig die hen uitdaagt om te verkennen, te leren en nieuwe vaardigheden te ontwikkelen. Dit betekent dat je hun omgeving zo inricht dat ze gestimuleerd worden om zelf te ontdekken.

Hoe creëer je een uitdagende omgeving?

Creëer een speelruimte die uitnodigt om te ontdekken: Plaats speelgoed op lage planken waar je kind gemakkelijk bij kan. Bied speelgoed aan dat past bij hun leeftijd en dat hen uitdaagt om te ontdekken en te proberen.

Maak het eenvoudig maar uitdagend: Montessori-materialen zijn vaak simpel, maar ontworpen om kinderen te stimuleren om te denken en oplossingen te vinden. Denk aan puzzels, stapelblokjes of ringen die ze kunnen sorteren op grootte.

Voorbeelden van uitdagende activiteiten:

– Laat je kind zelf een toren bouwen met blokken. Dit vraagt om concentratie en coördinatie.

– Gebruik bakjes en lepels voor eenvoudige overgietspelletjes met rijst of water. Dit stimuleert de fijne motoriek en coördinatie.

– Lees het blogartikel met “12 Montessori activiteiten voor peuters” voor meer ideetjes. 

Conclusie

Wat jonge kinderen écht nodig hebben, is niet per se te vinden in winkels of online shops. Het draait om vertrouwen, vrijheid, liefde en de juiste begeleiding. Het Montessori-principe herinnert ons eraan dat kinderen in staat zijn om zelf te leren en te ontdekken, zolang we hen de ruimte en het vertrouwen geven.

Met een gestructureerde, voorspelbare omgeving en de juiste uitdagingen kunnen kinderen zich op hun eigen tempo ontwikkelen tot zelfverzekerde en zelfstandige individuen. Dus, in plaats van je zorgen te maken over wat je allemaal zou moeten kopen of doen, focus op het geven van liefde, vrijheid en vertrouwen aan je kind. Want dát is uiteindelijk wat ze het meest nodig hebben.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *